“Verdi’s Requiem plaatste ons allemaal in een andere wereld. Dit was niet de wereld met de nazi’s. Dit was onze wereld.”
Zestien uitvoeringen van Giuseppe Verdi’s Messa da Requiem die vanaf eind 1943 in het concentratiekamp Theresienstadt plaatsvonden, waren voor de Joodse gevangenen die eraan deelnamen zowel een vlucht uit de hel als een daad van verzet.
Halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw hoorde de Amerikaanse dirigent Murry Sidlin voor het eerst over de uitvoeringen van het Requiem in Theresienstadt. In die Tsjechische vestingstad leefden de Joodse gevangenen onder erbarmelijke omstandigheden.
In die onmenselijke wereld schiep de Tsjechische dirigent en pianist Rafael Schächter een eilandje van beschaving door met 150 medegevangenen het Requiem van Verdi in te studeren. In aanwezigheid van de nazi’s werd de tekst gezongen als metafoor, als een daad van verzet. ‘Verdi’s muziek is zeer krachtig en bedreigend. Het was een enorme uitdaging om de Duitsers pal voor ons te hebben zitten en ze dit te zeggen’, zei een overlevende later.
Defiant Requiem
Het verhaal liet Murry Sidlin niet meer los. Hij sprak met overlevenden en schreef een concert-drama, dat in 2002 voor het eerst werd uitgevoerd. In Defiant Requiem: Verdi at Terezín wordt de muziek afgewisseld met videofragmenten van interviews met overlevenden, theatrale monologen en filmbeelden van onder andere de nazi-propagandafilm Der Führer schenkt den Juden eine Stadt. De indrukwekkende uitvoering is tegelijk een aanklacht tegen de Jodenvervolging en een demonstratie van de kracht van muziek, die gevangenen in mensonterende en helse omstandigheden hielp hun menswaardigheid en geestkracht te bewaren.
Na meer dan vijftig uitvoeringen in Amerika en Europa, waaronder ook in Theresienstadt zelf, haalt ‘Stichting Requiem van Theresienstadt: Stemmen van Verzet’ in samenwerking met Defiant Requiem: Verdi at Terezín het concert-drama dit jaar naar Nederland. Vanuit Nederland werden bijna vijfduizend Joden naar Theresienstadt gedeporteerd, van wie slechts circa tweeduizend de bevrijding hebben meegemaakt. Het lijdt dan ook geen twijfel dat deze bijzondere uitvoering in Nederland, waar het overgrote deel van de vooroorlogse Joodse gemeenschap is vermoord, een diepe indruk zal achterlaten.
Theresienstadt
Tussen 1941 en 1945 zijn meer dan 140.000 Joden in de Tsjechische vestingstad Terezín (Theresienstadt) geïnterneerd, nadat de oorspronkelijke bevolking was weggestuurd. Aanvankelijk werden vooral Tsjechische Joden in het kamp ondergebracht, maar vanaf 1942 werden ook Duitse, Oostenrijkse, Hongaarse, Deense en Nederlandse Joden naar Theresienstadt gedeporteerd.
De Joodse gevangenen leefden er onder onmenselijke omstandigheden: honger, ziekte en uitputting naast de terreur van de bewakers en de permanente dreiging van de transporten naar Auschwitz en Treblinka. Meer dan 30.000 mensen stierven in het kamp zelf, 90.000 zijn in de vernietigingskampen vermoord.
Onder de gevangenen in Theresienstadt waren veel intellectuelen, schrijvers, kunstenaars en musici, die uit propagandaoverwegingen van de nazi’s enige ruimte kregen om lezingen, concerten, theateruitvoeringen en tentoonstellingen te organiseren.
Een van de gevangenen was de Tsjechische dirigent en pianist Rafael Schächter, die een partituur van Verdi’s Requiem bij zich had. Met een koor van 150 medegevangenen studeerde hij eind 1943 het ca. anderhalf uur durende muziekstuk in. Na lange dagen van zwaar en uitputtend werk leerden de koorleden, bij ontstentenis van meer partituren, de Latijnse tekst uit het hoofd.
‘We zongen voor de nazi’s wat we hun niet konden zeggen.’
Met de uitvoering van het Requiem, een schepping van ultieme menselijke beschaving, boden Schächter en zijn koor met moed en waardigheid weerstand tegen de gruwelijkste wreedheden die de mensheid ooit heeft gekend. Het zingen van het Requiem werd een daad van verzet tegen de nazi’s onder het motto: we zongen voor hen, wat we hun niet konden zeggen. Het Libera me (Verlos me!) kreeg de betekenis van ‘Bevrijd me’ en in het Dies Irae (Dag van toorn) zijn de nazi’s de slechteriken die op de Dag des Oordeels door God gestraft zullen worden.
De laatste uitvoering vond plaats op 23 juni 1944, in het bijzijn van vertegenwoordigers van het Rode Kruis en hooggeplaatste nazi’s, onder wie waarschijnlijk Adolf Eichmann. De medewerkers van het Rode Kruis hadden bedongen dat ze het kamp mochten inspecteren, maar kregen een sterk gemanipuleerd beeld voorgeschoteld.
‘De uitvoering was geen entertainment, het was een gevecht voor het leven’, vertelde een van de weinige overlevenden tientallen jaren later. Voor Rafael Schächter en de meeste koorleden kwam de feitelijke bevrijding te laat. Enkele maanden na het bezoek van het Rode Kruis werden ze vermoord in Auschwitz of in een ander kamp.
Rafael Schächter
Pianist, componist en dirigent Rafael Schächter (1905-1944/45) werd in Braila in Roemenië geboren. Kort na de Eerste Wereldoorlog verhuisde hij naar Brno in Tsjechië waar hij aan het conservatorium compositie en piano studeerde. Een jaar later vertrok hij naar Praag, om daar naast zijn pianostudie een opleiding tot dirigent te volgen. In 1937 richtte Schächter een eigen ensemble op, Komorní Opera, dat vooral minder bekende barokstukken uitvoerde. Na de Duitse bezetting van Tsjechië op 15 november 1939 kon Schächter nog slechts privélessen en huisconcerten geven. Een jaar later werd hij naar Theresienstadt gedeporteerd. Naast wat kleren en toiletspullen nam hij in zijn koffer bladmuziek mee. Schächter vond snel aansluiting bij andere musici en het duurde niet lang voordat een kelder met een oude piano het centrum werd van allerlei muzikale activiteiten. Na dagen van twaalf uur dwangarbeid studeerden Schächter en een groeiend aantal gevangenen rondom die piano muziekstukken in, zoals Smetana’s komische opera De Verkochte Bruid.
Schächter moet in 1943 gevoeld hebben dat de tijd rijp was voor het van dood, verdoemenis, woede en smart doortrokken liturgische Requiem van Verdi. Erger kon het leven in het kamp niet worden. Met 150 koorleden, vier solisten en de pianist Gideon Klein studeerde hij het stuk aanvankelijk in het geheim in tot iedereen het aandurfde om het uit te voeren. Drie keer moest Schächter zijn koor opnieuw samenstellen, nadat koorleden waren gedeporteerd. Bij de laatste uitvoering stonden nog maar 60 zangers en zangeressen op het podium.
Op 16 oktober 1944 werden ook Schächter en zijn koorleden gedeporteerd. Hij overleefde Auschwitz en drie andere kampen, maar overleed tijdens een dodenmars.
Defiant Requiem
Het verhaal van de Verdi-uitvoeringen in Theresienstadt kan vandaag worden naverteld, omdat enkele koorleden de verschrikkingen hebben overleefd. Toch duurde het ruim een halve eeuw voor het verhaal in grotere kring bekend werd. Murry Sidlin, dirigent en decaan van de Benjamin T. Rome Muziekschool van de Katholieke Universiteit van Amerika in Washington D.C., hoorde van Schächters Requiem en zocht de overlevenden op. Diep onder de indruk van de geschiedenis die hij van hen uit eerste hand te horen kreeg, besloot hij er een speciale voorstelling over te maken. Zijn concert-drama werd in 2002 voor het eerst uitgevoerd in Portland, Oregon, en kreeg de titel Defiant Requiem: Verdi at Terezín. In deze uitvoering vervlecht Sidlin de muziek met videofragmenten van interviews met overlevenden en filmbeelden van onder andere de nazi-propagandafilm Der Führer schenkt den Juden eine Stadt. Tussen de delen in verwoorden Sidlin en twee acteurs overgeleverde citaten van Rafael Schächter en andere gevangenen.
Foundation
In 2008 richtte Sidlin de Defiant Requiem Foundation op, die zich ten doel stelt het verhaal van Schächter wereldwijd bekendheid te geven door het organiseren van uitvoeringen. Het concert is inmiddels op talrijke locaties zo’n vijftig keer ten gehore gebracht.
In 2013 ging de documentaire Defiant Requiem in première, die gaat over de totstandkoming van het bijzondere concert-drama. De film is sindsdien op verschillende festivals getoond en op de Amerikaanse televisie uitgezonden. Ook in Amsterdam zal deze documentairefilm te zien zijn, en wel op 13 december in Theater Pathé Tuschinski in Amsterdam.
Het Rafael Schächter Institute for Arts and Humanities, een spin-off van de Defiant Requiem Foundation, organiseert iedere zomer workshops, voordrachten en concerten in Theresienstadt.